Lief Wezen – Wieke Hart en Rita Sterkeboer
In Lief wezen groeit Rita op als kind van een prostituee in ‘warm Amsterdam.’ Het zijn de Wallen in de roerige jaren zestig. Rita’s moeder is behalve prostituee vooral een kreng van een moeder. Ze mishandelt het meisje en verhuurt haar aan ‘dure meneren’, waaronder bekende sportlieden. Ze moest ‘lief wezen’.
(fragment) ’s Nachts schudde haar moeder Rita wakker. ‘Er is iemand voor je. Trek je mooie jurk aan. Lief wezen, hoor!’ riep ze nog aan de andere kant van de deur.
Rita krijgt redding van een buurvrouw en agenten van het bureau Warmoesstraat. Als jeugdzorg haar naar een kindertehuis bij de nonnen stuurt, belandt ze in een nieuwe hel. Keer op keer, tussen het ene na het andere tehuis, haalt haar tiranieke moeder haar terug naar de Wallen.
(fragment) ‘Juf?’ Rita leunde tegen de benen, die zacht aanvoelden onder de dikke lagen stof van het zwarte habijt. Deze zuster was zo anders dan de nonnen, die haar ‘s nachts urenlang op haar knieën dwongen, met haar armen uitgestrekt naar Hem, als ze van angst in bed had geplast.
Op haar veertiende wordt Rita zwanger. Ten einde raad en tegen beter weten in zoekt Rita hulp bij de nonnen op de Oudezijds Voorburgwal. Zonder haar medeweten of overleg wordt ze in het naburige patronaat verdoofd en illegaal geaborteerd. Drie jaar opsluiting en dwangarbeid volgen.
Uiteindelijk weet Rita los te breken van de katholieke opvanghuizen. Met grote levenskracht weet Rita haar positieve instelling voor een waardig bestaan te behouden. Haar levensverhaal is hartverscheurend, maar ook vol levenslust en veerkracht. Rita is een overlever.
Wieke Hart (1971) studeerde taal- en literatuurwetenschap in Tilburg. Eerder publiceerde zij, samen met Maria Genova, het goed ontvangen Strafkind, gevangen bij de nonnen.
Rita Sterkeboer (1946) is een van de vrouwen die in Strafkind werden beschreven als slachtoffer van kinderdwangarbeid bij de Zusters van de Goede Herder.